Kaas maken

De dag begon op z’n Afrikaans. Atra en ik zouden gaan lopen door de stad en pas later naar de boerderij gaan. Ik stond om half 8 gepakt en gezakt maar plannen bleken veranderd. We gingen toch met de auto. Ik dacht naar de winkels maar bleek gewoon naar de boerderij te zijn. Kon nog net snel tas herpakken met spullen die ik nodig had voor die dag.  
Het kaas maken met twee Tunesische jongens, waarvan er 1 beetje Engels spreekt ging wonderwel aardig. We maakten Goudse kaas en hier hebben ze een kaas die kwa bereiding daar erg veel op lijkt en Hamouda heet. Is alleen wat droger. 
Na werktijd gingen we naar de Soek. Een markt op z’n Tunesisch. Erg veel oude zooi en vieze straten en mannen die me aanspreken om mee te mogen naar ander land. Gewoon Hallo zeggen en doorlopen. Na de Soek gingen we naar de ouders van Atra. Zij wonen in oude deel van Beja in heel apart huis. Er is een deur in een muur, daar ga je doorheen en dan kom je op een blauw-wit geverfde binnenplaats met 6 deuren en achter iedere deur is een kamer of een keuken of salon. Erg traditioneel. En grappige discussie over mentaliteit van Arabische mensen. Daar zakt me de broek van af. Een van de jongens met wie ik kaas maakte komt niet meer terug want was jaloers op de jongen die Engels sprak en meer kontakt met mij had. Het is trouwens so wie so een komen en gaan van personeel. Motivatie en trouw zijn vreemd hier. Hoe je dan je bedrijf wil verbeteren is nog een truc. 
Over de persoonlijke verzorging trouwens niets te klagen. Net werd nog weer een kannetje thee gebracht!